De begroting is opgesteld met inachtneming van de voorschriften van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV). Volgens het BBV is het gemodificeerd stelsel van lasten en baten van toepassing. In overeenstemming met de BBV-regelgeving is het autorisatieniveau bepaald op het totaal van de lasten en het totaal van de baten per programma. De begroting geeft in overeenstemming met de normen van het BBV een zodanig inzicht dat een verantwoord oordeel kan worden gevormd over de financiële positie en over de baten en lasten. De baten en lasten worden – tenzij anders vermeld – toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben.
Basis voor de ramingen in de begroting
De begroting 2025 bestaat uit de oorspronkelijke ramingen van ongewijzigd beleid met daarbij de effecten van de door Provinciale Staten vastgestelde kaderbrief 2025 en de onvermijdelijke ontwikkelingen meegenomen. Daarnaast zijn in de begroting 2025 de ambities uit het coalitieakkoord 'Verbindend voorruit!' verwerkt.
Verantwoording subsidies
Subsidies worden geraamd in het jaar dat deze worden toegekend. Voor meerjarige lopende projectsubsidies zijn binnen IPO-verband afspraken gemaakt met BBV en de accountants. Deze afspraken houden in dat wanneer de subsidies niet voor het eind van het jaar zijn afgerond, het restantbedrag in een reserve ‘Subsidieverplichtingen’ beschikbaar blijft voor de restant uitbetalingen de komende jaren. Omdat de provincie werkt met 1 doel per reserve, worden daarvoor zo nodig meerdere reserves ingesteld. Op die manier blijven per doel de lopende subsidieverplichtingen inzichtelijk.
Materiële vaste activa
Materiële vaste activa met economisch nut worden gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs, vermeerderd met bijkomende kosten en verminderd met bijdragen van derden en cumulatieve afschrijvingen. De activa worden lineair afgeschreven. Als basis voor de berekening van de afschrijving wordt de netto aanschafwaarde gehanteerd. Na afstoting van materiële vaste activa worden boekwinsten of verliezen ten gunste of ten laste van de exploitatie verantwoord. Deze activa worden lineair afgeschreven met inachtneming van de volgende afschrijvingstermijnen (in jaren):
Gronden en terreinen | n.v.t. |
---|---|
Woonruimten | 40 |
Bedrijfsgebouwen | 40 |
Renovatie bedrijfsgebouwen | 25 |
Machines, apparaten en installaties | 15 |
Overige materiële vaste activa | 3/10 |
Investeringen in de openbare ruimte met maatschappelijk nut betreffen voornamelijk infrastructurele werken in de openbare ruimte, zoals de aanleg en reconstructie van wegen, vaarwegen, bruggen, viaducten, groen en kunstwerken. Deze worden vermeerderd met bijkomende kosten en onder aftrek van bijdragen van derden geactiveerd. De ondergrond van deze werken wordt daarbij als integraal onderdeel van het werk beschouwd. Deze activa worden lineair afgeschreven in maximaal (in jaren):
Grond-, weg- en waterbouwkundige werken | 50 |
---|---|
Vaarwegen | 40/80 |
Wegen | 50 |
Technische installaties | 5/8/15 |
Financiële vaste activa
Kapitaalverstrekkingen aan gemeenschappelijke regelingen en overige verbonden partijen, (overige) leningen u/g en (overige) uitzettingen worden –tenzij anders word vermeld – opgenomen tegen nominale waarde. Zo nodig wordt een voorziening voor verwachte oninbaarheid in mindering gebracht.
De onder de financiële vaste activa opgenomen deelnemingen worden tegen nominale en/of aanschafwaarde opgenomen tenzij blijkt dat de marktwaarde lager is dan de nominale c.q. verkrijgingsprijs ofwel nihil is.
Reserves en voorzieningen
Reserves en voorzieningen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Uitzondering hierop is de Voorziening pensioenen (oud-) leden Gedeputeerde Staten die tegen contante waarde van de pensioenaanspraken wordt gewaardeerd.
Rente
De provincie rekent geen interne rente toe aan investeringen of andere activiteiten.
Dividenduitkering
De provincie ontvangt dividend vanuit de deelnemingen waarin zij een aandeel heeft. De hoogte van de dividenduitkering wordt gebaseerd op berichtgeving vanuit de deelnemingen.
Dividendopbrengsten van deelnemingen worden als baten genomen op het moment waarop het dividend betaalbaar is gesteld.
Salariskosten en toerekening van organisatiekosten
De geraamde kosten voor capaciteit zijn gebaseerd op ramingen van de personele capaciteit die nodig is om de opgaven uit te voeren. De personele capaciteit bestaat uit zowel het eigen personeel als ingehuurde capaciteit. De kosten worden verantwoord in de jaarrekening op de operationele doelen en taakvelden en investeringen op basis van de bij de begroting (inclusief begrotingswijzigingen) vermelde verdeelsleutel.
Algemene uitkering en decentralisatie-uitkeringen van het provinciefonds
De raming van de inkomsten uit het provinciefonds zijn gebaseerd op de meicirculaire 2024.