De klimaatparagraaf brengt alle klimaatmaatregelen in de verschillende begrotingsprogramma’s gezamenlijk in beeld. Deze paragraaf maakt deel uit van de Klimaatbeleidscyclus van de provincie, die overzicht biedt van alle klimaatactiviteiten, en geeft uitvoering aan Motie 200–2022. Hierin wordt gevraagd hoe ecologische en klimaatdoelen structureel kunnen worden verankerd in de planning- en control-cyclus via een klimaatbegroting. Het doel is om (financiële) middelen toe te wijzen aan maatregelen die de grootste impact hebben op de reductie van broeikasgassen en verantwoording af te leggen over de voortgang en effectiviteit van het klimaatbeleid. Dit overzicht bevordert de samenhang tussen verschillende begrotingsprogramma’s. Het is een groeimodel dat jaarlijks geëvalueerd en verder ontwikkeld wordt, met input van externe partijen.
Provinciale doelstellingen
In ons klimaatbeleid volgen we de beleidslogica van de Klimaatwet en het Klimaatakkoord, waarbij doelstellingen en ambities zijn uitgewerkt in transitiepaden. Deze doelen omvatten duurzame energieopwekking, mobiliteit, de gebouwde omgeving, industrie, landbouw en landgebruik. De provinciale organisatie vormt een apart transitiepad. Wij hebben ervoor gekozen de landelijke doelstellingen over te nemen, namelijk een reductie van broeikasgassen van 55 procent in 2030 ten opzichte van 1990. Dit doel geldt zowel voor de provincie als geheel als per transitiepad. De gedeputeerden zijn verantwoordelijk voor de doelen binnen hun eigen portefeuille.
Afbeelding 1 Provinciale uitstoot en reductiedoelstellingen voor 2030 en 2050 per transitiepad
In 1990 bedroeg de uitstoot van broeikasgassen in Noord-Holland 31 Mton CO ₂ -eq (zie Afbeelding 1). In 2019 had Noord-Holland met een uitstoot van 33,1 Mton CO ₂ -eq ongeveer 20 procent van het Nederlandse totaal. Een broeikasgasreductie van 55 procent betekent een maximale uitstoot van 14 Mton CO2-eq voor de provincie in 2030. Met ons huidige klimaatbeleid stoot de provincie Noord-Holland in 2030 circa 30 procent minder CO2-eq uit vergeleken met 1990. Daarmee worden de klimaatdoelstellingen niet gehaald. Hiervoor moet nog een extra uitstootvermindering van 8 Mton CO2–eq plaatsvinden.