Samenvatting

Financiële begroting in één oogopslag

Saldo van baten en lasten per programma (bedragen x € 1.000)

Min is voordelig

Begroot 2025

Begroot 2026

Begroot 2027

Begroot 2028

1 Bestuur

25.686

25.476

24.069

23.944

2 Klimaat en gezonde leefomgeving

68.159

64.423

64.275

63.898

3 Ruimte en Wonen

41.256

40.899

32.538

14.748

4 Bereikbaarheid

247.657

232.696

239.671

249.677

5 Natuur en landelijk gebied

167.033

106.341

96.521

82.408

6 Economie, leefbaarheid en cultuur

38.079

38.663

39.296

33.829

7 Overzicht Algemene middelen en organisatie

-488.819

-483.759

-478.298

-480.770

Totaal saldo van baten en lasten

99.051

24.738

18.072

-12.267

Saldo van stortingen en onttrekkingen aan reserves (bedragen x € 1.000)

Min is voordelig

Begroot 2025

Begroot 2026

Begroot 2027

Begroot 2028

Stortingen

130.994

88.862

89.744

89.197

Onttrekkingen

-244.501

-123.194

-98.648

-65.672

Totaal mutaties reserves

-113.508

-34.332

-8.904

23.525

Begrotingsresultaat (saldo van baten
en lasten + mutaties reserves)

-14.457

-9.594

9.169

11.258

Toelichting op het begrotingsresultaat

Begrote saldo 2025 en verder
Het begrotingsresultaat 2025 bedraagt € 14,5 mln. voordelig. In de jaren na 2025 laat de begroting een negatief verloop zien. In 2026 laat de meerjarenraming nog een positief saldo van
€ 9,6 mln. zien. Vanaf 2027 zien we een tekort op de begroting. Voor de jaren 2027 en 2028 blijft een tekort over van respectievelijk €9,2 miljoen en €11,3 miljoen.

Ontwikkeling financieringspositie en kengetallen
Naast de trend van het begrotingssaldo zorgt de financieringsbehoefte, met name als gevolg van de investeringen, ervoor dat de provincie meerjarig een negatieve kasstroom kent. Aangezien de liquide middelen van de provincie beperkt zijn, en wij sinds vorig jaar vreemd vermogen moeten aantrekken om onze activiteiten te financieren, is het zinvol om ook het effect van de begroting op de financieringsbehoefte te analyseren. De kengetallen die daarvoor onder andere gebruikt worden zijn de solvabiliteit en de netto schuldquote. Deze worden toegelicht in de paragraaf risicomanagement en weerstandsvermogen van de begroting. Het beeld dat hieruit naar voren komt baart zorgen. De netto schuldquote stijgt scherp van 86% in 2024 naar 154% in 2028. De solvabiliteit daalt van 52% in 2024 naar 39% in 2028. Het gevolg van deze trend is dat de rentelasten oplopen zoals hierboven benoemd en een steeds groter beslag zullen leggen op de provinciale begroting. Het eventueel besteden van het positieve begrotingssaldo 2025 en 2026  zou deze schuldquote en de rentelasten nog verder doen stijgen.
Moeilijke keuzes
De trend van een teruglopend begrotingsresultaat is eerder bij de kaderbrief 2025 geconstateerd. Hierin is een aantal bezuinigingsvoorstellen gedaan die door Provinciale Staten deels niet zijn overgenomen. Door met name de ontwikkeling van de financieringspositie, de negatieve ontwikkeling in de uitkering van het provinciefonds en het niet overnemen van deze bezuinigingsvoorstellen staat de begroting vanaf 2027 onder druk. Naast deze ontwikkelingen zijn er ook nog een aantal onzekerheden die bij de kaderbrief 2025 zijn benadrukt. Deze kunnen een forse impact hebben op de financiën. Het betreft de vervallen vrijstelling motorrijtuigenbelasting (MRB) op elektrische voertuigen en de invoering van het nieuwe verdeelmodel provinciefonds. Dit betekent dat er in de toekomst mogelijk moeilijke keuzes gemaakt moeten worden om de begroting weer in evenwicht te brengen, ingrijpende maatregelen zijn hierbij onvermijdelijk. Wij achten het verstandig om in het licht van deze ontwikkelingen en het verloop van het begrotingssaldo, de positieve resultaten voor de jaren 2025 en 2026 achter de hand te houden voor de negatieve begrotingssaldi van de jaren daarna. De kaderbrief 2026 is het eerstvolgende moment waarop het meerjarige beeld van de financiële positie wordt bijgesteld. In deze kaderbrief zullen we voorstellen doen om tot een sluitend financieel meerjarenbeeld en een solide ontwikkelpad van onze financiële positie (met name de schuldquote en solvabiliteit) te komen. Ook als hiervoor ingrijpende maatregelen noodzakelijk zijn.
Ontwikkelingen begrotingssaldo
De negatieve bijstellingen van het begrotingssaldo worden voornamelijk veroorzaakt door de verlaging van het provinciefonds en de actualisatie van de rentelasten. Dit is grotendeels het gevolg van lagere accressen die op hun beurt het gevolg zijn van een lagere loon-en prijsontwikkeling en dat naar verwachting extra geldleningen worden aangetrokken. Zie paragraaf 3.3 financiering van de begroting 2025 voor een specificatie van de ontwikkelingen over de extra geldleningen.
Lasten
Uit onderstaande tabel blijkt dat in 2025 de lasten van de provincie begroot zijn op € 743 miljoen. Dit is exclusief het bedrag aan lasten dat betrekking heeft op mutaties (stortingen) van de reserves.
Baten
De begrote inkomsten 2025 voor de provincie zijn  € 644 miljoen. De grootste bron van inkomsten voor de provincie zijn de structurele algemene dekkingsmiddelen: het Provinciefonds  (€ 294,5 miljoen), inkomsten uit motorrijtuigenbelasting (de opcenten) (€ 294,7 miljoen) en dividenden (€  7,9 miljoen).
Reservemutaties
Veel uitgaven van de provincie fluctueren sterk over de jaren en worden gedekt vanuit de bestemmingsreserves. De mutaties die in de uitgaven zijn doorgevoerd, gedekt vanuit de bestemmingsreserves, zijn te vinden in de staat van het verloop van de reserves bij 4.3.7.1. Dit geldt ook voor de mutaties in de uitgaven vanuit de reserves, de stortingen in de reserves en de overhevelingen tussen de reserves die geen effect hebben op het begrote resultaat. Vanuit de reserves is totaal een onttrekking van € 245 miljoen begroot ten behoeve van uitgaven in 2025 en een storting van € 131 miljoen ten behoeve van uitgaven in toekomstige jaren.

Deze pagina is gebouwd op 08/29/2024 08:38:03 met de export van 08/29/2024 08:31:09