Klimaat en gezonde leefomgeving

Bevorderen gezonde leefomgeving

Provinciale rol

Op een aantal terreinen is de provincie voor bedrijven het bevoegd gezag. Op die terreinen is de provincie verantwoordelijk voor vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH). Denk aan de naleving van wet- en regelgeving in het fysieke domein (onder andere milieu, bodem, energie en natuur). De provincie heeft ook een aantal andere formele taken. Zo is de provincie verantwoordelijk voor het bewaken van de geluidsbelasting die provinciale wegen en industrieterreinen van regionaal belang veroorzaken. De provincie is het bevoegd gezag voor het vaststellen en goedkeuren van (provinciale) plannen en projecten waarvoor een milieueffectrapport (MER) moet worden opgesteld. De provincie kan ook in het kader van de vergunningverlening het bevoegd gezag voor een MER zijn. Bijvoorbeeld voor de vergunningen van Tata Steel bij de verduurzaming naar groen staal en voor windparken. Gezondheidseffecten hebben hierin nadrukkelijk een plek.
Daarnaast is de provincie beleidsmaker. Op basis van de Omgevingswet heeft de provincie ruimte om eigen regels te stellen, die zijn opgenomen in de Omgevingsverordening. Deze regels kunnen gelden voor milieubeschermingsgebieden (zoals grondwaterbeschermingsgebieden) en voor industrieterreinen van provinciaal belang.
Met de invoering van de Omgevingswet per 1 januari 2024 en het intrekken van de Wet bodembescherming is de taakverdeling tussen provincie en gemeenten veranderd. Gemeenten zijn nu primair verantwoordelijk voor de bodemkwaliteit in de bovengrond en de provincie voor het grondwater. Daarnaast blijft de provincie het bevoegd gezag voor overgangsrechtlocaties en voor bodemkwaliteit bij complexe bedrijven.

  1. De diversiteit en dynamiek in ruimtelijke en economische ontwikkelingen in Noord-Holland biedt veel kansen en mogelijkheden voor de provincie en de inwoners, maar legt ook een relatief zware druk op de leefomgeving. De provincie voldoet aan de wettelijke normen en kijkt waar gezondheidswinst te behalen valt. We richten ons voornamelijk op aspecten van de leefomgeving die binnen ons takenpakket vallen of daaraan raken, en waar de grootste gezondheidswinst is te behalen. Vanuit het takenpakket richten we ons met name op de milieukwaliteiten bodem, (grond)water, lucht, omgevingsveiligheid, geluidsbelasting, geur, stof en (ontwikkelingen in) de bodem en ondergrond. En dan vooral op gebieden waar omwonenden bloot staan aan een hogere concentratie luchtverontreinigende stoffen, depositie van (grof) stof, geur– en geluidshinder, door de nabijheid van zware industrie. Aan de ene kant wilen we de zware industrie die een transitie naar schone productieprocessen ondergaat, behouden (hiertoe hebben we industrieterreinen van provinciaal belang aangewezen). Aan de andere kant willen we omwonenden goed beschermen tegen de negatieve effecten van de zware industrie. Dit geldt bijvoorbeeld voor de regio IJmond en een aantal andere plekken in het Noordzeekanaalgebied, en voor de regio Schiphol. De provincie besteedt in deze gebieden extra aandacht aan een gezonde leefomgeving. Dat betekent onder andere dat sommige bedrijven meer aandacht krijgen dan anderen. De grote opgaven waar Noord-Holland voor staat, vragen om een goede ruimtelijke afweging, waarbij we gezondheid zwaarder laten meewegen.
  2. We beschermen en bevorderen een duurzaam, gezond en veilig Noord-Holland door het uitvoeren van de provinciale VTH-taken. Met het uitvoeren hiervan zorgen de omgevingsdiensten ervoor dat de provinciale ambities op het vlak van een gezonde leefomgeving, klimaat, energietransitie, circulaire economie, bodem en natuurverbetering behaald kunnen worden. Door de reikwijdte van de VTH-taken dragen deze ook bij aan het bereiken van maatschappelijke doelen die in andere hoofdstukken van deze begroting aan bod komen. Een stevige en robuuste uitvoeringspraktijk, waarin alle partijen als één overheid samenwerken, is nodig voor het bereiken van deze doelen.
  3. We richten ons op het in stand houden en verbeteren van de kwaliteit van bodem en ondergrond. De opgaven zijn:
  • Beschermen van de grondwaterkwaliteit voor de openbare drinkwatervoorziening.
  • Saneren van verontreinigingen van bodem en grondwater ter bescherming van mens en milieu en het verhogen van de (gewenste) gebruiksmogelijkheden.
  • Faciliteren van de energiewinning uit de bodem (bijvoorbeeld door geothermie, warmte-koudesystemen en warmtenetten).

1.1   De provincie is medeondertekenaar van het Schone Luchtakkoord en voert de gemaakte afspraken uit. De provincie houdt een eigen regionaal luchtmeetnet in stand voor het meten van de luchtkwaliteit. Ook is er een netwerk van elektronische neuzen (eNose) om geurhinder op te sporen. Dit netwerk zetten we onder andere in bij de handhaving op varend ontgassen. Met het project Hollandse Luchten meten we met behulp van burgerwetenschap de kwaliteit van de leefomgeving. In 2024 is het regionaal luchtmeetnet geëvalueerd. Deze evaluatie leidt mogelijk tot enkele aanpassingen in 2025. Met eNOse en Hollandse Luchten gaan we de komende jaren verder. We willen de uitstoot van zeer zorgwekkende stoffen terugdringen en volgen hierin nauwgezet het rijksbeleid. Met de Omgevingsdienst NZKG hebben we afspraken gemaakt over het toepassen van de regels, zoals het maken van een vermijdings- en reductieprogramma bij de bedrijven waarvoor de provincie bevoegd gezag is.
1.2   Met het in werking treden van de Omgevingswet heeft de provincie een verantwoordelijkheid gekregen in het bewaken van geluidsbelasting (de zogenaamde implementatie van SWUNG-2) voor provinciale wegen en industrieterreinen van regionaal belang. De implementatie krijgt in 2025 verder vorm.
1.3   Met het in werking treden van de Omgevingswet krijgen ook de zogenaamde ‘aandachtsgebieden’ een rol als het gaat om omgevingsveiligheid. Het gaat hierbij om de risico’s van het gebruik en transport van gevaarlijke stoffen, de veiligheid van inrichtingen en de veiligheid van nieuwe technologieën. Gemeenten zijn primair verantwoordelijk. Zij moeten hiermee rekening houden in de ruimtelijke ordening, maar vaak zijn dit ook gemeente-overstijgende kwesties. In dit soort gevallen zijn we vanuit het thema ‘gezonde leefomgeving’ betrokken. Ook draagt de provincie dan bij aan het omzetten van gemeentelijke plannen naar omgevingsplannen. In samenwerking met de gemeente Amsterdam en de Port of Amsterdam werkt de provincie aan beleid voor omgevingsveiligheid in Westpoort.
1.4   Als de (milieu)ruimte maximaal wordt benut, betekent dit extra druk op de gezonde leefomgeving. Dit heeft als maatschappelijk effect dat inwoners een steeds groter beroep doen op de provincie om hinder te verminderen en hun leefomgeving gezonder te maken. Dit speelt vooral in de IJmondregio, waarTata Steel is gevestigd, maar ook bij toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen waarbij woningbouw, industrie en bedrijven in elkaars nabijheid komen. Daarom nemen we een gezonde leefomgeving als uitgangspunt bij gebiedsprocessen die in 2025 lopen en bij de uitwerking van bijvoorbeeld de aangewezen NOVEX-gebieden.
1.5   We zijn in 2024 begonnen met de beleidsontwikking voor een gezonde leefomgeving in Noord-Holland. Naar verwachting stellen Provinciale Staten in 2025 nieuw beleid op dit gebied vast. Bij de totstandkoming hiervan krijgen belanghebbenden de gelegenheid hun standpunt in te brengen.  
1.6   Voor 2025 hebben we middelen opgenomen voor verschillende onderzoeken. Zo gaan we onder andere nader onderzoek doen naar de hoeveelheid en samenstelling van grof stof in de lucht in de Ijmond-regio en naar de samenstelling van metalen in de lucht. Het onderzoek naar de beleving van de leefomgeving door inwoners wordt ook (in aangepaste vorm) voortgezet. In het programma Tata Steel 2024–2030 staat dat de gemeenten het voortouw nemen in het opzetten van een omgevingsoverleg tussen bewoners, overheden en Tata Steel. De provincie levert in ieder geval een financiële bijdrage.
Met Tata Steel is een anterieure overeenkomst gesloten voor de kosten die de provincie maakt bij het opstellen van het projectbesluit voor Heracless-Groen Staal. Tata Steel vergoedt deze kosten aan de provincie, ook in 2025. Dit is in de begroting verwerkt.
2.1   De vergunningverlening, het toezicht en de handhaving (VTH) zijn belangrijke instrumenten om de leefomgeving te beschermen en te verbeteren. Deze taken worden grotendeels in mandaat uitgevoerd door de vier Noord-Hollandse omgevingsdiensten. De provincie zorgt voor voldoende kaders en adequate middelen voor de omgevingsdiensten. De provinciale visie en strategische sturing op de inzet van de VTH-instrumenten zijn verankerd in een Nota uitvoering en handhaving. Hiermee kunnen we de mogelijkheden binnen het huidige systeem van normering, vergunningverlening, toezicht en handhaving beter benutten. Daarbij hoort ook de samenhang tussen de omgevingsdiensten in Noord-Holland en andere partijen in het VTH-stelsel. Deze samenhang vraagt in 2024 en daarna om een stevige(re) samenwerking; het is zaak dat we optreden als één overheid. De doelen, prioriteiten en kwaliteitseisen voor de uitvoering van de VTH-taken van omgevingsdiensten hebben we vastgesteld in zogenaamde VTH-strategieën van de omgevingsdiensten. In uitvoeringsprogramma’s legt de provincie vast welke concrete activiteiten de omgevingsdiensten jaarlijks uitvoeren om een bijdrage te leveren aan het bereiken van de doelen, prioriteiten en de beoogde kwaliteit.
2.2   Doordat grote maatschappelijke opgaven steeds meer verweven raken, wordt het werk in de uitvoeringspraktijk omvangrijker en complexer. Dat vergt andere competenties en kwaliteiten van medewerkers en vraagt om meer dialoog met omwonenden. De provincie zet concrete stappen in het versterken van de uitvoering, inclusief alle randvoorwaarden. Dat doet de provincie onder meer via het Interbestuurlijk programma versterking VTH-stelsel (IBP VTH) en de jaarlijkse actualisatie van de Beleidsnota uitvoering en handhaving. Ook werkt de provincie aan het voorkomen en opheffen van knelpunten in wet- en regelgeving. Dit kunnen we niet alleen, we doen dat samen met gemeenten en het Rijk. Daarnaast zet de provincie vanaf 2025 extra middelen in voor het intensiveren van de VTH-taken.
2.3   De VTH-taken voor Tata Steel worden voor het overgrote deel door de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied (NZKG) uitgevoerd. Tata Steel moet zich houden aan de vergunningsvoorwaarden en aan de (andere) wet- en regelgeving. De OD NZKG houdt hier toezicht op en gaat zo nodig over op handhaving. In het rapport Industrie en Omwonenden uit 2023 roept de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) overheden op om de mogelijkheden binnen het systeem van normering en VTH beter te benutten. Het Programma Tata Steel, dat al loopt sinds 2020, intensiveert de inzet op VTH-taken in de volle breedte. Dat betekent: het aanscherpen van de vergunningsvoorwaarden en meer toezicht en handhaving. De OD NZKG heeft voor de periode 2024­–2026 een uitvoeringsprogramma opgesteld voor de VTH-taken voor Tata Steel. Daarnaast wordt in 2025 gewerkt aan de (ontwerp)vergunningen en het (ontwerp)projectbesluit voor het project Heracless-Groen Staal van Tata Steel.
3.1   Vanuit haar adviesrol kijkt de provincie naar de gevolgen van de winning van gas en aardwarmte (geothermie) voor onder andere het grondwater en de bovengrondse veiligheid.
3.2   Een belangrijke taak is het gebiedsgericht beheer van grondwaterverontreinigingen (inclusief het beschermen van de drinkwatervoorziening en Natura 2000-gebieden) en het faciliteren van het gebruik van de ondergrond voor bijvoorbeeld energiewinning. Het accent in 2025 ligt op het robuuster beschermen van de drinkwatervoorziening Laren.
3.3   Andere taken zijn het afmaken van de bodemsanering van spoedlocaties en de aanpak van diffuse bodemverontreinigingen (bijvoorbeeld lood), de nazorg en het beheer van restverontreinigingen na sanering, en het onderzoek en de aanpak van nieuwe stoffen, zoals PFAS.
3.4   Voor PFAS vertegenwoordigt Noord-Holland zowel ambtelijk als bestuurlijk het IPO in overleggen met het Rijk, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en de Unie van Waterschappen (UvW). Het doel is het aanpakken van knelpunten in de uitvoering en het beheer van projecten en knelpunten op het gebied van mogelijk conflicterende beleidskaders.
3.5   De provincie is verantwoordelijk voor de nazorg van stortplaatsen Wet milieubeheer. Op twee gesloten stortplaatsen wordt in opdracht van Gedeputeerde Staten nazorg uitgevoerd. Voor twee open stortplaatsen zal Gedeputeerde Staten een geactualiseerd nazorgplan goedkeuren. De sluitingsprocedure wordt voor één stortplaats afgerond en voor één stortplaats gestart.

Beleidsdoel

(Bedragen x € 1.000/ Min is voordelig)

Bevorderen gezonde leefomgeving

Rekening  2023

Begroot 2024

Begroot  2025

Begroot  2026

Begroot  2027

Begroot  2028

Totaal lasten

44.967

63.412

53.744

51.400

50.404

50.383

Totaal baten

-5.011

-8.387

-3.355

-2.930

-3.031

-3.133

Saldo van baten en lasten

39.956

55.025

50.389

48.471

47.373

47.251

Stortingen

2.2

Reserve Verduurzaming bestaande Woningvoorraad

0

0

0

0

0

0

2.2

Reserve Gezonde leefomgeving

3.300

1.000

0

0

0

0

2.2

Reserve Bodemsanering

319

445

445

445

445

445

Onttrekkingen

2.2

Reserve Verduurzaming bestaande Woningvoorraad

0

0

0

0

0

0

2.2

Reserve Gezonde leefomgeving

-2.589

-7.583

0

0

0

0

2.2

Reserve Bodemsanering

-1.915

-4.274

-3.917

-2.710

-1.610

-1.610

Resultaat

39.071

44.613

46.917

46.206

46.208

46.086

  • In 2024 wordt er bij gezonde leefomgeving nog gebruik gemaakt van de reserve Gezonde leefomgeving. Er is € 1,1 miljoen opgenomen voor voortzetting van o.a. Hollandse luchten, Programma Tata Steel, Luchtmeetnetten, Scherp vergunnen en Enoses.
  • Daarnaast is het budget bij de omgevingsdiensten € 4,7 miljoen hoger, dit komt onder andere doordat er nog een last genomen moet worden van een in 2023 verleende subsidie van € 2,5 miljoen en in de meicirculaire is € 2 miljoen ontvangen uit het provinciefonds voor versterking vergunningverlening maatwerkaanpak.
  • Voor Tata steel is in 2023 €740.000 incidenteel budget ontvangen. Hiervan wordt €570.000 meegenomen naar 2024.
  • In de jaren 2025 tot en met 2028 zijn de lasten opgenomen voor lopende bodemsaneringsprojecten en de subsidieregeling voor loodverontreiniging. Ook zijn de corresponderende onttrekkingen aan de reserve bodemsanering opgenomen. Per saldo zijn deze budgetneutraal.
  • Incidenteel is in 2024 voor de bodemsanering van het CINDU-terrein in Uithoorn een bedrag van € 2,5 miljoen opgenomen. Ook is in 2024 incidenteel € 325.000 opgenomen voor PFAS-onderzoeken.
  • In 2024 zijn de baten hoger dan in 2025 en verder door de last die genomen moet worden voor een subsidie die in 2023 verleend is. Het budget hiervoor heeft de provincie ontvangen van het Rijk. En er is een aanpassing in het kasritme van bodemsanering.
  • De hoge onttrekking komt door de taakstelling van € 6,4 miljoen op de reserve Gezonde leefomgeving en de onttrekking voor voortzetting van verschillende activiteiten van €1,1 miljoen.
Deze pagina is gebouwd op 08/29/2024 08:38:03 met de export van 08/29/2024 08:31:09