Openbaar vervoer waarborgen

De provincie heeft een grote verantwoordelijkheid op het gebied van regionale mobiliteit. Dit betreft onder andere de wettelijke taken als concessieverlener van openbaar vervoer. Daarnaast is zij ook belangenbehartiger en regisseur van regionale samenwerking als het gaat om bereikbaarheid, verstedelijking en klimaatdoelstellingen. OV speelt hierin een belangrijke rol. De provincie zet zich in voor beter en betaalbaar OV, in samenwerking met bijvoorbeeld andere OV-autoriteiten en de regio. Basis voor het OV-beleid in de komende jaren is de Visie Publieke Mobiliteit. Als concessiebeheerder (opdrachtgever) waarborgt de provincie de inzet van het OV (regionaal busvervoer) in drie concessie(gebieden): Gooi en Vechtstreek, Haarlem-IJmond en Noord-Holland Noord. De Vervoerregio Amsterdam is verantwoordelijk voor de inzet van OV in de overige delen van Noord-Holland. Voor de concessies Haarlem-IJmond en Noord-Holland Noord geldt dat deze per juli 2028 aanbesteed moeten zijn. In 2025 worden de voorbereidingen geïntensiveerd en daartoe is reeds het besluit genomen om de concessies samen te voegen tot de nieuwe concessie NoordWest Noord-Holland.

1. We waarborgen de inzet van OV en een goed concessiebeheer als onderdeel van publieke mobiliteit; 
2. We waarborgen een toekomstvaste concessie NoordWest Noord-Holland;
3. We waarborgen een stabiel lijnennet;
4. We optimaliseren OV-knooppunten en -ketens;
5. We houden het OV toegankelijk en betaalbaar.

1.1. We voeren samen met de vervoerder de concessies uit, passend bij de vervoersvraag.
1.2. We starten met de verdere implementatie van de Visie Publieke Mobiliteit (bijvoorbeeld de uitwerking van deelmobiliteit en flexvervoer) en de uitrol van de hubstrategie.

2.1. We intensiveren de voorbereiding voor de aanbesteding van de concessie NoordWest Noord-Holland.
2.2. Strategische activa (stallingen en aansluitingen voor Zero Emissie-infrastructuur) worden vastgelegd voor de nieuwe concessie NoordWest Noord-Holland.
3.1. Ov-vervoersplannen worden aangepast, passend binnen de financiële kaders met als uitgangspunt het voorkomen van vervoersarmoede en een toekomstvast OV-netwerk.
3.2. In Zuid-Kennemerland/IJmond wordt een Ontwikkelperspectief OV opgesteld.
3.3. De onderzoeksagenda vervolg Regionaal OV Toekomstbeeld 2040 stellen we bij.
3.4. Met de VRA geven we een vervolg op fase 3 van de BRT-studie Haarlem-Schiphol-Amsterdam (quick-wins).
3.5. Innovaties (bijvoorbeeld ‘be-in, be-out’) uit het programma Smart Mobility gaan we in het OV invoeren.
4.1. We gaan de acties uitvoeren uit het programma Regionale Ontwikkelagenda Noord-Holland.
4.2. We gaan verder met de samenwerking met de VRA om het OV slimmer te organiseren en om investeringen in infrastructuur beter op elkaar aan te laten sluiten.
5.1. We geven invulling aan het convenant landelijke OV-toegankelijkheid door acties op te pakken uit ons Uitvoeringsprogramma Bestuursakkoord Toegankelijkheid Openbaar Vervoer 2024–2028.
5.2. We implementeren nieuw beleid op het gebied van betaalbaarheid van het OV (samen met de VRA) in combinatie met het nieuwe ov betalen (EMV).
5.3. We stellen samen met andere ov-autoriteiten een convenant circulariteit in OV op.

• Met de extra gelden uit de Motie Bikker en het aanvullende budget uit de Kaderbrief 2024 zijn we vooralsnog in staat deze tegenvallers op te vangen. Voor de langere termijn is deze ontwikkeling zorgelijk. Er lijkt weinig geld te zijn voor extra ambities in het OV.