Provinciale rol
In de rol van initiatiefnemer ontwikkelt de provincie beleid en investeert in kennisontwikkeling, innovatie, gedrag en infrastructuur. Vanuit een regierol stimuleert de provincie andere wegbeheerders om te werken aan bereikbaarheids- en leefbaarheidsopgaven. Bijvoorbeeld door kennisdeling en subsidies voor onder andere doorfietsroutes, verkeersveiligheid en OV-knooppunten. Daarnaast heeft de provincie via de OV-concessies een belangrijke rol in (het stimuleren van) het regionale OV. Tot slot onderhoudt de provincie haar infrastructuur en optimaliseert zij het gebruik daarvan, onder meer door gebruik te maken van beschikbare innovaties (zoals Smart Mobility). Werken aan infrastructuur doet de provincie duurzaam, als dit redelijkerwijs haalbaar is.
1. De samenwerking met het Rijk, gemeenten, regio en overige partijen gaan we versterken, met het oog op de hoofdopgaven voor mobiliteit die zijn opgenomen in het Perspectief Mobiliteit Noord-Holland.
2. De uitstoot van broeikasgassen (in CO2-gemeten) door mobiliteit in de provincie Noord-Holland reduceren we met 55 procent in 2030 (vergeleken met 1990). Dit doel willen we behalen zonder bereikbaarheid, veiligheid, leefbaarheid, circulariteit, inclusiviteit en gezondheid uit het oog te verliezen.
3. Het regionale fiets- en voetgangersnetwerk gaan we verbeteren en het aantal verkeersslachtoffers gaan we flink naar beneden brengen.
4. We verplaatsen een deel van het vervoer over de weg naar het water en spoor, omdat hier veel onbenutte capaciteit beschikbaar is waarmee de andere mobiliteitsnetwerken kunnen worden ontlast.
1.1. Samen met de regio's uitvoering geven aan de prioritaire acties uit de Regionale Agenda's Mobiliteit (RAM's).
1.2. We nemen deel aan samenwerkingsverbanden, zoals het Platform Mobiliteit MRA, het Platform Mobiliteit Noord-Holland Noord, het programma Samen Bouwen aan Bereikbaarheid (SBaB), de Provinciale Verkeer en Vervoer Beraden (PVVB-en) op deelregioniveau, het Interprovinciaal Overleg (IPO) en de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) in het kader van Duurzame Mobiliteit.
1.3. In navolging van het Provinciaal Ruimtelijk Voorstel (2024) stimuleren en versterken we het STOMP-principe (Stappen, Trappen, OV, Mobility as a Service (inclusief deelmobiliteit) en (personen)auto's) bij gebiedsontwikkeling. Daartoe verankeren we het STOMP-principe in de Omgevingsverordening Noord-Holland.
1.4. We nemen deel (bestuurlijk en ambtelijk) aan het project Openbaar Vervoer Verbinding Amsterdam Hoofddorp (OVAH). Deelname (bestuurlijk) aan project Zuidasdok.
1.5. We geven verdere invulling aan de afspraken over woningbouw en infrastructuur (waaronder ov) die afgelopen jaren (met name tijdens BO MIRT 2022) zijn gemaakt met Rijk en regio, in nauwe samenwerking met gemeenten en Metropoolregio Amsterdam (MRA);
2.1. We geven uitvoering geven aan het transitiepad Mobiliteit uit de Noord-Hollandse Klimaataanpak met onder andere de volgende activiteiten:
Uitvoeren van het Regionaal Mobiliteitsprogramma (RMP), onder andere door vijf regionale uitvoeringsagenda's (duurzame) mobiliteit op te stellen, samen met de gemeenten, en het ontwikkelen van een monitor om het effect van maatregelen in beeld te brengen.
Uitvoeren van de werkgeversaanpak (project onder SBaB) bij bedrijven en instellingen in de MRA en Noord-Holland Noord met de stichting Breikers en in de regio IJmond/NZK door de Omgevingsdienst IJmond.
Faciliteren en uitvoeren van de Nationale en Regionale Agenda Laadinfrastuctuur via MRA-E.
Uitwerken en voorbereiden van een aanpak voor duurzame brandstoffen in Noord-Holland.
Uitvoering geven aan de landelijke strategie Clean Energy Hubs Binnenvaart.
2.2. We nemen deel aan de programma's RH2INE en CONDOR (samenwerkingsverbanden van onder andere de provincies Zuid-Holland en Utrecht de Duitse deelstaten Noordrijn-Westfalen en Rijnland-Palts, de havenbedrijven van Duisburg, Rotterdam en Amsterdam) waarmee het gebruik van waterstof in de binnenvaart wordt gestimuleerd.
3.1. We nemen de uitvoering ter hand van de actielijnen uit de Actieagenda Actieve Mobiliteit (AAM) 2022–2027. De prioriteit ligt bij de realisatie van de doorfietsroutes. Zowel op eigen gebied, als bij de gemeenten. Dit laatste stimuleren we via onze regierol, kennisdeling en subsidies. Vanaf 2025 subsidiëren we aan de hand van een meerjarige, geprioriteerde projectenlijst, in combinatie met verkeersveiligheidsprojecten.
3.2. We voeren regionale programma uit voor verkeersveiligheid, samen met gemeenten en andere belangrijke partners, zoals de politie. Zowel gericht op infrastructuur, als op verkeersveilig gedrag en de handhaving daarvan. Verkeersveiligheidsmaatregelen door gemeenten subsidiëren we aan de hand van een meerjarige, geprioriteerde projectenlijst, in combinatie met doorfietsrouteprojecten. Daarnaast continueren we de subsidieregeling voor verkeerseducatie op basis- en middelbare scholen.
4.1. We nemen deel in programma's (zoals Duurzaam Rijnvaarperspectief 2030, versterken binnenvaart, probleemverkenning goederenvervoer spoor MRA en autonoom varen en rijden op goederenvervoercorridors), waarin we samenwerken met regionale, nationale en internationale partners.
4.2. We ontwikkelen het Dashboard Logistieke Stromen 2.0, samen met partners in de MRA en als onderdeel van Focus Smart Mobility.
4.3. We voeren onderzoeken uit naar mogelijkheden waarmee bedrijven en gemeenten transport van de weg naar water en spoor kunnen verplaatsen (modal shift). Dit doen we samen met partners, zoals in het samenwerkingsprogramma Noord West Connect.
4.4. We zetten een realisatiepact op, in de Goederenvervoercorridor Zuid, voor het Knooppunt MRA met daarin verschillende projectvoorstellen voor een betere, duurzame bereikbaarheid van de Greenport Aalsmeer, Schiphol en de haven van Amsterdam. Dit doen we samen met onder andere het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en het Havenbedrijf Amsterdam.
4.5. We geven uitvoering aan projecten van het samenwerkingsverband Amsterdam Logistics en stellen een plan op voor de toekomst van de Connected Transport Corridors Amsterdam Westkant.
4.6. We stellen een aanpak vast voor de Noord-Hollandse vaarwegen in het kernnet.
Beleidsdoel | (Bedragen x € 1.000/ Min is voordelig) | ||||||
Realiseren perspectief mobiliteit | Rekening 2023 | Begroot 2024 | Begroot 2025 | Begroot 2026 | Begroot 2027 | Begroot 2028 | |
Totaal lasten | 34.696 | 38.500 | 30.267 | 24.401 | 24.561 | 24.908 | |
Totaal baten | -3.627 | -4.344 | 100 | 100 | 100 | 100 | |
Saldo van baten en lasten | 31.069 | 34.156 | 30.367 | 24.501 | 24.661 | 25.008 | |
Stortingen | |||||||
4.1 | Reserve Mobiliteitsbeleid | 1.455 | 405 | 205 | 205 | 205 | 0 |
4.1 | Reserve Uitvoeren van Mobiliteitsbeleid door Derden | 45.035 | 14.511 | 11.482 | 11.657 | 11.836 | 12.019 |
4.1 | Reserve verleende subsidies OD 4.1.2 | 8.328 | 0 | 4.750 | 0 | 0 | 0 |
Onttrekkingen | |||||||
4.1 | Reserve Mobiliteitsbeleid | -641 | -1.297 | -855 | -205 | -205 | -205 |
4.1 | Reserve Uitvoeren van Mobiliteitsbeleid door Derden | -34.390 | -22.878 | -29.408 | -19.457 | -19.611 | -19.754 |
4.1 | Reserve verleende subsidies OD 4.1.2 | -8.504 | -5.156 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Resultaat | 42.352 | 19.741 | 16.541 | 16.701 | 16.886 | 17.068 |
- In het coalitieakkoord is 16 miljoen beschikbaar gesteld voor de doorfietsroutes. In 2024 wordt 4 miljoen hiervan in de Uitvoeringsregeling Kleine Infrastructuur Fiets ingezet. De overige 12 miljoen wordt in samenwerking met de gemeenten afgestemd.
- Het verschil tussen de begrote lasten voor 2024 en 2025 wordt voornamelijk veroorzaakt door subsidies HOV Huizen (€ 1,6 miljoen), Boekelermeer (€ 1,5 miljoen), Herinrichting Prins Bernhardlaan (€ 2,1 miljoen). Doordat de begrote onttrekkingen aan de reserve Uitvoeren van mobiliteitsbeleid door derden meebewegen met de begrote lasten, vertoont het resultaat een redelijk stabiel beeld.