Beheren van natuur

De provincie is op grond van de Omgevingswet verantwoordelijk voor de instandhouding en herstel van in het wild levende planten en dieren en hun leefgebieden. Ook het treffen van maatregelen voor Natura 2000-gebieden is een wettelijke verantwoordelijkheid. Door gebieden te beheren, creëren we gunstige condities voor biodiversiteit en natuurbeleving, gaan we de ontwikkeling van ongewenste soorten tegen en voorkomen we schade. De provincie voert de regie en werkt voor de uitvoering samen met (gecertificeerde) beheerders, zoals terreinbeherende organisaties, natuur- en agrarische collectieven, recreatieschappen en wildbeheereenheden. Omgevingsfactoren waarmee we rekening moeten houden, zijn het toenemende recreatieve gebruik van de natuur- en bosgebieden, het suboptimaal beheer (zolang het NNN nog niet is afgerond) en de doorwerking van landelijk beleid (NPLG, Aanvalsplan Grutto).

De komende jaren werken we aan de volgende doelstellingen:

1. We beheren het Natuurnetwerk Nederland (NNN) en agrarische natuurgebieden volgens de beleidsdoelen en criteria die hiervoor landelijk zijn opgesteld.
2. We beschermen en behouden de van oudsher in Noord-Holland aanwezige weidevogelpopulatie.
3. We beheren Natura 2000-gebieden.
4. We beschermen, behouden en herstellen bedreigde dier- en plantsoorten door een passieve en actieve soortenbescherming.
5. We bestrijden invasieve exoten.
6. We leveren een bijdrage aan het voorkomen van faunaschade en het – conform geldend beleid – compenseren van deze schade.
7. We beheren recreatiegebieden en recreatieve routes.

1.1   We stellen het Natuurbeheerplan (NBP) vast en verstrekken subsidies via het Subsidiestelsel Natuur en Landschap (SNL) .
2.1   We geven uitvoering aan het Actieplan Weidevogels en het Aanvalsplan Grutto . Deze plannen bevatten een breed pakket aan maatregelen om de weidevogelpopulatie stabiel te houden.
3.1   De provincie Noord-Holland is het bevoegd gezag voor het vaststellen van de beheerplannen voor 14 Natura 2000-gebieden binnen de provincie . Samen met belanghebbenden uit de omgeving, zoals (agrarische) ondernemers, gemeenten en natuur-, recreatie- en waterbeheerders, zorgen we ervoor dat we de kwaliteit van de natuur en de staat van instandhouding voortdurend monitoren voor alle doelen van de beheerplannen.
4.1   Ten aanzien van ‘passieve’ soortenbescherming kunnen gemeenten in afstemming met de Omgevingsdienst Noord-Holland Noord werken aan een soortenmanagementplan als onderbouwing voor een gebiedsgerichte ontheffing. Ten aanzien van actieve soortenbescherming neemt de provincie beschermende maatregelen bij werkzaamheden in het NNN, Natura 2000-gebieden en het (agrarisch) natuurbeheer.
5.1   We bouwen samen met de betrokken partijen verder aan de aanpak van invasieve exoten . Dit is onder meer gebaseerd op kennisuitwisseling en de ontwikkeling van handelingsperspectieven.
6.1   De provincie heeft de wettelijke plicht om agrarische ondernemers een tegemoetkoming te verstrekken in de schade die wilde dieren aan hun gewassen veroorzaken. Hier is sprake van wanneer deze ondernemers worden belemmerd bij het beheer en bestrijden van schade, en het gaat om wettelijk beschermde diersoorten. De Faunabeheereenheid werkt aan een nieuw Faunabeheerplan ganzen, ten behoeve van de vermindering van de schade aan ondermeer landbouw en natuur. Tevens worden aanbevelingen van de onderzoeken naar kansen voor duurzame verwaarding van ganzenvlees uitgewerkt.
7.1   De provincie is deelnemer in diverse recreatieschappen en levert op die manier een bijdrage aan het beheer. De provincie zet zich vanuit de visie Recreatie en Toerisme en de Visie Waterrecreatie ook breder in om de inwoners en bezoekers optimaal te faciliteren. Dit doen we onder meer door in te zetten op een betere verbinding tussen recreatiegebieden, het creëren van aantrekkelijke startpunten en het verschaffen van bezoekersinformatie over gebieden.

• In de Kaderbrief 2025 is vanaf het jaar 2025 extra budget beschikbaar gesteld voor het oplossen van het tekort (agrarisch) natuurbeheer (Tabel 5.2 regel L).
• De hogere lasten en baten in het jaar 2025 wordt veroorzaakt door de raming van de SPUK Versnelling aanpak natuurinclusief isoleren (SPUK C117) van € 2 miljoen.